Dit blog gaat over coping oftewel: de specifieke manier waarop ieder van ons zich door het leven slaat als het moeilijker wordt. En wat je eraan hebt om daar bij stil te staan. Maar eerst iets over basisbehoeften, en dan over emoties, en dan via de begrippen hanteerbaarheid, macht en onmacht, over op coping.
Basisbehoeften
Mensen kennen drie basisbehoeften:
- geborgenheid
- autonomie
- status en macht
We bepalen onze koers terwijl we aan deze behoeften onderworpen zijn. Overigens kunnen deze behoeftes met elkaar in strijd komen. Wie autonoom wil zijn, moet zich losmaken van de groep die juist geborgenheid biedt. En wie streeft naar status of bewondering, speelt tegelijk met zijn autonomie: als je in dit spel verliest zul je juist gedomineerd worden. Die (potentiële) innerlijke tegenstrijdigheid maakt het voorspellen van gedrag niet eenvoudiger, maar dat doet aan de invloed van basisbehoeften op ons gedrag niet af.
Van behoefte naar emoties; approach & avoidance
Onze behoeftes – tegenstrijdig of niet – bepalen dus in sterke mate ons gedrag. Emoties spelen daarbij een rol – vaak meer dan rationele overwegingen. Want we kunnen plussen en minnen op een rij zetten, maar zonder gevoel wegen alle argumenten even zwaar. Zonder gevoel zouden we ook vaak niet snel genoeg kunnen beslissen; het verstand werkt traag.
Door middel van emoties registreren we of een situatie bij onze behoeften past. Negatieve emoties – onlust – geven aan dat een situatie niet aan onze behoeften beantwoordt. De impuls tot handelen die daarbij hoort is ervan weggaan, oftewel avoidance. We reageren daarentegen met positieve gevoelens op een situatie die wel past en willen er dan op af. Dat noemen we approach. Het zoeken van lust en vermijden van onlust, approach en avoidance in termen van psychologen, is een van de meest centrale sturingsmechanismen van mensen en (andere) dieren.
Hanteerbaarheid; macht en onmacht
Via emoties ervaren we een impuls tot handelen. Daar komt een belangrijke vraag achteraan: kunnen we aan die impuls gevolg geven? Giftig is de volgende combi: een situatie die we als ongunstig ervaren én die niet of slecht te hanteren is. Dat leidt tot een gevoel van onmacht. Dat is een ingrijpend, onplezierig gevoel dat ons voor uitdagingen plaatst. Mensen blijken daar in de praktijk een aantal vaste strategieën op los te laten – copingstrategieën genoemd, of copingscenario’s.
Copingsstrategieën
Bij ervaren onmacht in een ongunstige (bedreigende) situatie maakt het uit of de onmacht kort of lang duurt.
Neem voor kortdurende onmacht eens als voorbeeld de situatie van een massaal ongeluk of plaatselijke ramp. Globaal komen drie soorten reacties vaak voor, en die hebben alle drie tot doel de situatie van ondraaglijke onmacht draaglijk te maken:
- er zijn de mensen die de situatie ontkennen – zij gaan (voorzover ze zelf niet getroffen zijn) gewoon door met waar zij mee bezig waren alsof er niets gebeurd is
- andere mensen schieten juist te hulp om een enkeling te helpen (want iedereen helpen kan niet) – ‘iets’ doen binnen de mogelijkheden van het moment bezweert de onmacht
- ten slotte zijn er mensen die onaanspreekbaar worden en verdwaasd rond gaan lopen of gaan zitten – zij ‘dissociëren’.
Een van deze drie reacties ligt dus voor de hand als mensen geconfronteerd worden met kortdurende onmacht: wegkijken, gericht actief worden, losraken (dissociëren).
Bij langdurige onmacht komt een ander mechanisme om de hoek kijken. We gaan de werkelijkheid verdraaien om die dragelijk (en daarmee: hanteerbaar) te maken. We doen dat met een soort schuifpaneel met drie knoppen – de realiteitsknop, de controleknop en de positiviteitsknop:
uit: Wie wij zijn – Frank Koerselman
In een situatie van onmacht kunnen we met de knoppen schuiven om de situatie te verzachten. Neem als voorbeeld een partner die vreemdgaat. De realiteitsknop zetten we dan naar beneden: we zeggen bijvoorbeeld dat het wel meevalt (onze ontrouwe partner lijdt enkel aan een bevlieging). De tweede knop, de controleknop, schuiven we wat naar boven (we gaan onze partner gewoon terugwinnen, houden we vol). En met de derde knop labelen we de situatie als positief (‘een fase van ontrouw is heel goed voor een relatie’). In dat laatste geval kun je ook van ‘zingeving’ spreken: we gaan er dan van uit dat de nare situatie toch ergens goed voor is.
Ja, en nu?
Tot slot: wat heb je aan deze kennis over basisbehoeften, emoties, copingstrategieën en het knoppenpaneel? Volgens mij in ieder geval twee dingen.
1. mildheid
Ten eerste kan die kennis je milder stemmen tegenover je eigen gedrag en dat van anderen, ook als dat gedrag storend of ‘niet zo chique’ lijkt. Uiteindelijk handelen we allemaal vanuit onze basisbehoeften en hebben we (individueel verschillende) strategieën ontwikkeld om daar mee om te gaan. Een partner, ouder, vriend of collega die aan jouw emoties voorbij lijkt te gaan, of de werkelijkheid ‘verdraait’, doet dit wellicht ook alleen maar vanuit een eerder ontwikkeld overlevingspatroon. En als wij onszelf bij een ramp aantreffen als wegkijkers (niet zo fraai), dan heeft ons systeem daar goede redenen voor. We beschermen onszelf tegen onmacht op de manier die we ons eigen hebben gemaakt.
2.rijping
Zelfreflectie en bewust stilstaan bij onze copingstrategieën stellen ons in staat ons repertoire te verbreden. We gaan inzien hoe we een voorkeursstrategie hebben ontwikkeld (om welke reden dan ook), maar kunnen bewust beginnen te experimenteren met andere strategieën. Zo kunnen we bijleren en ons meer maar ook rijpere overlevingsstrategieën eigen maken. Je zou zo’n strategie bijvoorbeeld rijper kunnen noemen naarmate deze zich van een genuanceerder wereldbeeld bedient, in plaats van de werkelijkheid in te delen in zwart/wit, vriend/vijand, wie me accepteert is goed/wie me afwijst is slecht, enzovoort.
bronnen: o.m. Wie wij zijn – Tussen verstand en verlangen, Frank Koerselman
© 2017 Herman Heijermans