Empathie omvat als begrip meerdere betekenissen. Als je erover praat is het verhelderend om te weten welke betekenis je voor ogen hebt. Er zijn er in ieder geval drie:
- weten wat een ander denkt/voelt
- je voelen zoals die ander (meevoelen)
- voelen vóór de ander (mededogen)
Weten wat een ander denkt/voelt
Weten wat een ander denkt/voelt wordt ook wel ‘Theory of Mind’ (ToM) genoemd. Het is het vermogen om vanuit het perspectief van een ander te redeneren. Je hebt dan oog voor diens specifieke gevoelens, gedachten en behoeften. Dat vermogen kun je zowel goed als slecht inzetten. Psychopaten en goede marketeers hebben het ook; die gebruiken het om te manipuleren.
ToM ontstaat in de kinderjaren. Aanvankelijk kunnen kinderen nog niet begrijpen dat als zij iets weten (bijvoorbeeld dat een voorwerp is verplaatst) iemand anders (die nog denkt dat het voorwerp op de oude plek ligt) dat niet automatisch weet. Tot ongeveer hun vierde gaan zij ervan uit dat de ander denkt wat zij zelf denken; daarna kunnen zij zich in de ander verplaatsen.
Er zijn boeiende psychologische experimenten met kinderen gedaan die uitgedaagd worden zich in een ander te verplaatsen, zoals in dit filmpje
Meevoelen
De tweede betekenis van empathie is meevoelen. Dat zit het dichtst aan tegen wat ‘empathie’ bij de meesten oproept: de pijn of het verdriet van een ander in jezelf voelen. Een menselijke reactie en het volledig ontbreken ervan duidt op een stoornis. Overigens verdelen we dit vermogen van onszelf niet eerlijk over de mensheid: het hemd is nader dan de rok. Pijn of verdriet bij iemand ver buiten onze kringen trekken we ons doorgaans minder aan. En pijn/verdriet bij een vijand of boosdoener kan zelfs genoegen schenken.
Het meevoelen van de pijn van een ander kan leiden tot betrokkenheid en (daardoor) tot die ander willen helpen. Exemplaren van onze voorgangers met dit vermogen, hadden als soort betere overlevingskansen. Maar niet automatisch is meevoelen ook helpend. Zo merken mensen die in rouw zijn dat vrienden soms wegblijven: die vrienden kunnen zelf de (meegevoelde) pijn niet aan! Daarnaast worden vanuit emotie niet altijd de beste beslissingen genomen. Aan artsen die op een slagveld gaan werken, wordt geleerd om niet per se de zwaarstgewonden eerst te helpen, maar de slachtoffers die het meeste kans hebben om te overleven. Die keuzetechniek (wie help je eerst) wordt triage genoemd en heeft onder meer tot doel om ongewenste bijeffecten van (te sterk) meevoelen te omzeilen.
Crux: meevoelen kan soms aan de beste beslissing in de weg staan. Zachte heelmeesters maken stinkende wonden. In zorgende beroepen, of beroepen waarin je het belang van de groep moet dienen, kan het juist nodig zijn om niet al te letterlijk mee te voelen met de verzorgde. Wel belangrijk blijft mededogen of compassie.
Mededogen / compassie
En daarmee belanden we bij de derde betekenis van empathie: mededogen of compassie. Dat betekent ‘voelen voor’ eerder dan mee-voelen. Vanuit mededogen voel je sympathie voor (het probleem van) de ander en wil je iets voor de ander doen. Meevoelen speelt daarbij wel een rol, is vaak aanleiding voor compassie, maar staat niet meer voorop. Het voordeel daarvan is dat je minder gestuurd wordt door directe emotie en daardoor het meest tot adequaat denken en handelen in staat blijft. Daarmee wordt de kans groter dat je ook de beste steun geeft. Een hulpverlener kan en mag ontroerd zijn bij aangrijpend leed van een slachtoffer of patiënt. Maar gaat hij vervolgens ontroostbaar zitten huilen, dan is dat waarschijnlijk niet meer behulpzaam. Beter is het als hij rustig en steunend aanwezig blijft en zich naar beste kunnen inzet.
Empathie is (dus) niet automatisch goed of slecht
Het is goed om te beseffen dat empathie meerdere betekenissen heeft en, afhankelijk van de betekenis die je gebruikt, niet automatisch ‘goed’ is. Zo kan te sterk meevoelen leiden tot vermijdgedrag of tot emotioneel handelen dat niet helpend is. En precies weten hoe het bij een ander werkt (Theory of Mind), maar niet meevoelen en geen compassie hebben, kan ingezet worden voor misbruik en manipulatie.
De Canadese psycholoog Paul Bloom voert al jaren een soort kruistocht tegen ‘empathie’, omdat het volgens hem op wereldschaal averechts uitpakt (zie onder meer dit filmpje). Het zou leiden tot korte termijn-denken en sentimenteel, oppervlakkig en zelfs racistisch handelen. Moreel juist handelen komt volgens hem eerder voort uit rationaliteit en compassie. Dit lijkt een etikettendiscussie, want Bloom kan gelijk hebben als je ‘empathie’ reduceert tot ‘mee-leven’. Hierboven heb ik uitgelegd dat je empathie ook (en wat mij betreft bij voorkeur) breder kan opvatten. Dan is het niet bij voorbaat goed of slecht, maar kijk je zorgvuldig welke houding het beste bij een situatie past.
bronnen: o.m. Leven in de maalstroom (blog van psychiater Edel Maex); Mentaliserend coachen, Peter Bleumer en René Meijer; Empathie – een revolutionair boek, Roman Krznaric
© 2017 Herman Heijermans