Kun je ‘goed’ ademen?
Er zijn veel adviezen over ‘goed ademen’ te vinden. Bijvoorbeeld over buikademhaling – liefst langzaam en diep, wordt er dan gezegd – of over de (vermeende) nadelen van hoog en snel ademen. Ook stuit je op claims over een ‘juiste’ ademhaling als sleutel tot een gezond leven.
Sommige van die adviezen zijn onjuist of te simpel. Onjuist is bijvoorbeeld dat de borst bij het ademen niet mag bewegen – ademen doe je namelijk met je hele lichaam. En te simpel is dat ‘naar je buik ademen’ goed is. Weliswaar kun je vaak een rustige buikademhaling waarnemen bij een dier of mens in ontspannen toestand: observeer maar een slapende baby, of een kat die in de zon ligt. Maar de omdraaiing van dat gegeven is nog niet meteen waar: als je de ademhaling imiteert die past bij een ontspannen toestand (met opzet langzaam en diep naar de buik ademen), hoeft de ontspannen toestand niet noodzakelijk te volgen.
Je kunt de ademhaling zien als een spiegel van hoe het met je gaat. Een snelle hoge ademhaling die het gevolg is van stress omdat je ongeoefend voor een groep moet spreken, kan precies ‘goed’ zijn: de ademhaling heeft zich aangepast aan de (gespannen) toestand van je systeem. Kun je dit oplossen door gecontroleerd langzaam naar je buik te gaan ademen? Misschien helpt het even; het is een bekende truc om acute stress wat te dempen. Maar het zou ook kunnen dat je je systeem er verder door onder spanning zet – bijvoorbeeld omdat je je borstkas vast gaat zetten – of dat je ervan gaat hyperventileren.
Wat valt er nou met voldoende zekerheid – zonder dogma’s of bijgeloof – te zeggen over een ‘goede’ ademhaling?
Het meest kenmerkende van een ‘goede ademhaling’ is dus dat er niet één vaste vorm is, maar dat het lichaam moeiteloos de meest geschikte ademvorm voor het moment kiest. Onder omstandigheden kan dit óók een hoge snelle ademhaling zijn.
De regulatorfunctie houdt in dat je de adem bewust kunt sturen en daarmee ook je toestand kunt beïnvloeden. Je ademt bijvoorbeeld bewust een paar keer rustig en diep in en uit, en merkt dat je systeem daarop reageert. Hóe dit reageert is overigens de vraag (mensen kunnen verschillend reageren op ademinstructies), maar in ieder geval maak je dan gebruik van de regulatorfunctie.
Daarnaast is er de indicatorfunctie: jouw ademhaling is een graadmeter van je toestand. Als jij een snelle, hoge ademhaling hebt die er ook voor anderen gespannen uitziet, dan kan dit een gevolg zijn van lichamelijke of emotionele oorzaken. Het lichaam heeft de ademhaling gezocht die daarbij past. Jij kunt je vervolgens, door je ademhaling te observeren, bewust worden van je toestand. Deze indicatorfunctie is van belang als je beter met jezelf wil leren omgaan, want daarvoor moet je weten hoe het met je gaat, en je ademhaling kan daar aanwijzingen voor bevatten. De ademhaling is dan onderdeel van je lichaamsbewustzijn. Kenmerkend voor een goede ademhaling, is dat ook de indicatorfunctie goed werkt. Dat houdt ook in dat je je aandacht bij je ademhaling kunt brengen zonder dat deze meteen sterk verandert, of dat je meteen de noodzaak voelt om deze actief te corrigeren.
Als je snuift daarentegen, vernauwen de neusgaten zich juist en verloopt de luchtpassage moeizamer. Ook een hijgende/zuchtende mondademhaling in rust kan onnodig zwaar en gespannen zijn – de ademhaling zou minder moeite kosten als het hijgen/zuchten achterwege werd gelaten. De situatie verandert bij zware inspanning, of bij sommige medische aandoeningen. Zuchten, hijgen en snuiven kunnen dan soms onvermijdelijk zijn. Maar zelfs dan geldt soms dat wie uit een gevoel van benauwdheid extra hard gaat insnuiven, zijn ademhaling júist bemoeilijkt door het dichttrekken van de neusgaten en keelholte.
Interessant daarbij is dat je kunt inzetten op de voorkeursbewegingen van het skelet bij in- of uitademen, maar er ook bewust tegenin kan gaan. Doe je dit laatste, dan daag je het lichaam uit om extra ademruimte te ‘zoeken’, en als dat lukt kun je erna zelfs meer ademvrijheid ervaren.
bronnen: o.m. Ontspanningsinstructie – Principes en oefeningen, dr. J.J. van Dixhoorn
© 2015 Herman Heijermans