Schaamte ervaren is universeel en diep menselijk. Het is een pijnlijk gevoel dat zich kan zich verpakken in verschillende uitingsvormen. Daardoor ligt schaamte soms ten grondslag aan andere emoties, gevoelens en gedragingen die makkelijker het oppervlak halen. Praten over schaamte kan lastig zijn, omdat je daardoor al in het gebied komt van juist datgene waarvoor je je schaamt.
Schaamte is niet altijd verkeerd, maar overdaad schaadt
Een beetje schaamte op zijn tijd hoeft niet slecht te zijn: schaamte is, samen met schuldgevoel, ook een sociaal smeermiddel waardoor je je gedragingen op anderen afstemt. Maar als het uit de hand loopt, kan het maken dat je bijvoorbeeld:
- te geremd raakt
- jezelf te veel wegcijfert
- te perfectionistisch wordt
- te makkelijk boos wordt op anderen (soms een manier om schaamte af te weren!)
In dit soort gevallen heb je vooral lást van schaamte en wordt het disfunctioneel.
De zaak wordt complexer als je zelf niet doorhebt dat schaamtegevoelens aan je gedrag ten grondslag liggen. Want aan wat je niet weet, kun je ook moeilijk iets veranderen. Het kan daarom nuttig zijn om jezelf af te vragen in hoeverre schaamtegevoelens een rol bij jou spelen.
Wat is schaamte?
Wat is schaamte niet?
Schaamte is ook geen (gevoel van) vernedering. Bij schaamte maak je een negatief oordeel over jou tot een eigen oordeel; iemand maakt je in het openbaar voor sukkel uit en je voelt je vervolgens ook een sukkel. Bij een gevoel van vernedering verzet je je juist tegen het oordeel: je wordt voor sukkel uitgemaakt, of beleeft een afgang, maar je voelt je daardoor niet gezien/erkend en wil dat niet op je laten zitten. Merk op dat dezelfde gebeurtenis (in het openbaar voor sukkel uitgemaakt worden of een afgang beleven) bij de een tot schaamte en bij de ander tot een gevoel van vernedering kan leiden. Hoe sterk je gevoel voor eigenwaarde op dat moment is, speelt daarbij een rol.
Schaamte, ten slotte, is ook niet een gevoel van gêne. Dat is namelijk niet zo heftig en indringend als schaamte. Bij gêne overkomt je in het openbaar iets gênants, maar achteraf heeft het vaak wel iets grappigs en je hebt ook het vertrouwen dat jij niet de enige bent die zoiets wel eens overkomt – je bent niet tot in je kern aangetast. Opvallend genoeg zal iemand die iets gênants meemaakt soms wel zeggen: ‘Ik schaamde me dood!’, maar meestal gaat het dan toch om de lichtere gêne en hoeft er van echte schaamte geen sprake te zijn. Sterker: echte schaamte wordt nogal eens verzwegen, omdat het zo pijnlijk is en omdat… je je ervoor schaamt.
Uitingsvormen van schaamte
Mensen gaan op verschillende manieren om met hun gevoelens van schaamte. Om de belangrijkste te noemen:
- jezelf aanvallen: je voelt de schaamte en vindt deze terecht; de frustratie daarover keer je tegen jezelf; dit mechanisme is slecht voor je zelfwaardering!
- jezelf terugtrekken: je voelt de schaamte en vindt deze terecht; om ervan af te komen trek je je terug uit de situatie en verstop je jezelf; de kans bestaat dat je jezelf op den duur zo te kort gaat doen vanuit de schaamtevolle basisveronderstelling dat je iets niet waard bent
- vermijden: je herkent en accepteert de schaamte niet en doet alsof het niet speelt; bijvoorbeeld door emotioneel afstand te nemen van de situatie of door iets pijnlijks per se positief te willen labelen (‘Zo, die ervaring hebben we tenminste ook weer gehad’)
- boosheid op een ander richten: je herkent en accepteert de schaamte en eventuele boosheid op jezelf niet; je maakt een ander verantwoordelijk voor jouw pesthumeur en richt je boosheid op die ander
Merk op dat je bij de eerste twee manieren de schaamtegevoelens wel bij jezelf (h)erkent, en bij de laatste twee niet.
Het is nuttig om je van deze mogelijke uitingsvormen bewust te zijn, omdat je zo bij jezelf kunt leren herkennen of (verborgen) schaamte een rol speelt, dan wel dat je er op een onproductieve manier mee omgaat.
Hoe vrouwen en mannen zich schamen
Schamen vrouwen en mannen zich voor dezelfde dingen? Nee! Natuurlijk is dit antwoord een generalisatie en er zijn wel degelijk universele bronnen van schaamte. Maar in ieder geval volgens schrijfster Brené Brown schamen vrouwen zich – ook in deze tijd – vooral voor hun uiterlijk (niet slank, jong of mooi genoeg zijn), voor alles wat het moederschap betreft (ongeacht of je wel of geen moeder bent) en tenslotte – en dat nog het meest – voor het niet voldoen aan de (vermeende) eis dat je perfect moet zijn zonder dat je eruit ziet alsof je je daarvoor inspant. “We willen dat dat op de een of andere manier vanzelf gaat. Alles moet moeiteloos gaan. Er wordt van ons verwacht dat we van nature schoonheden, perfecte moeders, sterke leiders en goede ouders zijn, en dat we een fantastische familie hebben”, aldus Brown.
Bij mannen, nog steeds volgens Brown, ligt het iets anders. De centrale regel waar mannen zich, volgens henzelf en ingevolge hun opvoeding, aan moeten houden luidt: wees niet zwak! Die zwakheid kan zich voordoen als ‘falen’ op het werk, financieel falen, in bed falen, door anderen als een slappeling worden gezien, betrapt worden op het tonen van angst, enzovoort – een man mag geen ‘mietje’ zijn. En steeds als een man hieromtrent schaamte ervaart, bestaat het risico dat hij (al dan niet impliciet) vergaande conclusies over zichzelf trekt: niet wat hij doet is waardeloos, maar hij zelf is waardeloos.
Schaamtebestendigheid ontwikkelen
Schaamte is sterk verbonden met je identiteit en je zelfbeeld. De gedachte ‘Ik ben waardeloos, ik mag er niet zijn’ is, indien volledig doorvoeld, enorm pijnlijk. Een teveel aan schaamte leidt dus tot lijden (met een korte ij), óf tot manieren om daarmee om te gaan die niet altijd productief zijn; je gaat je bijvoorbeeld terugtrekken, nodeloos klein en dienstbaar of juist overdreven groot maken, of wordt te snel boos op een ander.
Om schaamtebestendigheid te ontwikkelen, is bewustzijn een eerste stap. Sta er bewust bij stil of je (te) vaak schaamtegevoelens ervaart, of dat schaamte een onderliggende oorzaak van andere (onproductieve) gedragspatronen kan zijn. Vervolgens is stilstaan bij je eigen denkpatronen altijd goed. Schaamte wordt aangewakkerd door bekende ‘denkfouten’ in de trant van: ik deed zus of zo verkeerd, en dus ben ik een slecht mens (een deel met het geheel verwarren).
Een andere ingang is om op je leven, en vooral je jeugd, terug te kijken. Overdreven schaamte houdt vaak verband met de ideeën die er vroeger, als kind, bij je ‘ingegoten’ zijn en die je je, al dan niet impliciet, eigen hebt gemaakt. En soms heeft het ook te maken met specifieke gebeurtenissen die vroeger hebben plaatsgevonden. De historische oorzaken van je huidige kwetsbaarheid voor schaamte onder ogen zien, kan maken dat je jezelf beter begrijpt en ook mildheid en compassie voor jezelf kan ontwikkelen. Of anders gezegd: je innerlijke criticus raakt milder en compassievoller gestemd.
En met mildheid en (zelf)compassie komen we op een ‘medicijn’ dat ook Brené Brown noemt: empathie van anderen. Schaamte heeft hoe dan ook met de ander te maken: het is een sociale angst, namelijk om niet verbonden te zijn. Het ontstaat tussen mensen en kan daarom ook het beste tussen mensen herstellen: “Een sociale wond heeft een sociale balsem nodig, en empathie is die balsem”, zegt Brown. Zij raadt aan om je schaamteverhaal te vertellen aan iemand die empathie en begrip toont, omdat de schaamte onder de werking van dat medicijn zal verminderen of verdwijnen.
Ten slotte
Schaamte is een emotie die zich op meerdere manieren kan verpakken en die vaak oude wortels heeft. Problemen met zelfbeeld en eigenwaarde ontstaan vaak in de jeugd. Het is daarom complexe materie waar in een blog niet even korte metten mee kan worden gemaakt. Maar (h)erkennen dat schaamte misschien ook bij jou een rol speelt – wellicht anders en ook verdergaand dan je aanvankelijk dacht – kan een eerste stap zijn. Door je erin te verdiepen kun je je eigen manier(en) gaan vinden om er beter mee om te gaan en er zo minder last van te hebben. Zelfcompassie en je uiten tegenover empathische anderen is al vast een goede ’therapie’.
bronnen: o.m. De kracht van kwetsbaarheid, Brené Brown; Onvolmaakt tevreden – Omgaan met je innerlijke criticus, Frans Schalkwijk
© 2017 Herman Heijermans