Televisieschilder Bob Ross (1942-1995) grossierde in geruststellende wijsheden. Per uitzending in zijn serie The Joy of Painting schilderde hij met vaardigde hand een kitscherig natuurtafereel. Op YouTube is veel daarvan terug te zien. Als hij een boom had geschilderd, zette hij er een tweede naast, onder het motto: “Lets give him a friend; everybody needs a friend.” Foutjes waren ook niet erg: “Let’s make them birds!” En het meest bleef mij bij dat álles mócht: “You can do anything you want. This is your world.”
Een boom is er alleen als ik ernaar kijk
Ik moest aan Bob denken bij lezing van het fascinerende boek The Case against reality van Donald Hoffman. Volgens deze Amerikaanse cognitieve psycholoog correspondeert de echte wereld niet met wat wij waarnemen, maar creëren we deze in ons bewustzijn. En wel op het moment dat we waarnemen: “You create it on the fly.” Een boom, of een Ferrari, ‘zijn’ er zolang we ernaar kijken, maar verdwijnen als we wegkijken. Ze bestaan niet onafhankelijk van onze blik. Is er, na dat wegkijken, dan niets meer? Jawel, er is waarschijnlijk wel iets in de buitenwereld, maar daar hebben wij geen nadere kennis van.
We zien icoontjes
Hoffman stoelt zijn verhaal op drie, samenhangende, veronderstellingen (die hij in het boek uitwerkt):
- ons bewustzijn heeft zich evolutionair niet ontwikkeld om de werkelijkheid getrouw waar te nemen, maar om onze kansen op voortbestaan te maximaliseren; we zien slechts wat dáárvoor nodig is, in een vereenvoudigde vorm: ‘fitness beats truth’
- wat wij zien van de werkelijkheid zijn ‘iconen’, vergelijkbaar met de icoontjes op de desktop van een computer. Het icoontje van een file ís niet dat file (dat is immers een ontastbare werkelijkheid van nullen en enen in het hart van de computer), maar een verwijzing daarnaar die ons eenvoudig in staat stelt er gebruik van te maken. Precies zo, aldus Hofman, is wat we in de werkelijkheid menen te zien – de boom of Ferrari – een icoontje dat in ons bewustzijn oprijst waardoor we met de werkelijkheid om kunnen gaan. Exemplaren onder onze voorouders met een icoon-systeem dat het voortbestaan bevordert (voldoende selectief en simpel), hadden evolutionair voordeel
- en het meest vergaand: álles begint met bewustzijn, ‘conscious agents’ zoals Hoffman het noemt; stukjes bewuste ervaring, die aan de werkelijkheid voorafgaan. Alle materie en verschijnselen, zoals atomen en protonen, en zelfs de ruimte-tijd (Space-Time) van Einstein, worden gecreëerd door bewustzijn, in plaats van andersom. Bewustzijn is dus geen bijverschijnsel van materie, ruimte en tijd, maar er de oorzaak en creator van.
Space-Time is doomed
Hoffman is een keurige academicus en wetenschapper; geen New Age-zwatelaar. Om die reden kwam er ook keurige kritiek op zijn uitdagende theorie van andere wetenschappers, waar hij ook toe uitnodigde. De wetenschap is er nog niet uit. Wel zegt Hoffman zelf dat bepaalde wonderlijke waarnemingen in de quantumfysica beter zijn te verklaren met zíjn theorie dan met die van Einstein. Diens Space-Time zou ‘doomed’ zijn. Ook zou een jongere generatie quantumfysici meer zijn – Hoffman’s – kant op redeneren dan de oudere Einstein-volgers doen.
Opvallend daarnaast vind ik dat het Hoffman-verhaal parallellen vertoont met de boodschap van eeuwenoude spirituele tradities, zoals het Boeddhisme. Dit ontkent namelijk ook een vaststaande werkelijkheid en stelt bewustzijn voorop. In dit bewustzijn of gewaarzijn spelen zich ervaringen, ‘vormen’, af die komen en gaan uit een veld van potentie, maar geen ‘echte’ werkelijkheid getrouw weerspiegelen.
Zelfgeschilderd leven
Terug naar Bob Ross, en hoe Donald mij naar hem bracht. “You can do anything you want. This is your world.” Wij schilderen, daar ben ik van overtuigd, voortdurend onze eigen werkelijkheid. Allereerst krijgt de buitenwereld pas zijn ons bekende vorm in ons bewustzijn. Wij zien een boom, omdat ons bewustzijn er een boom van maakt. Bovendien maken we onze verhalen eromheen. Dat begint met onze interpretaties van het heden: de wereld waarin wij leven is het verhaal dat we zelf schilderen. En ten slotte maken we ook zelf onze verhalen over verleden en toekomst. Steeds schrijven en herschrijven we onze biografie: wie we denken te zijn; helden of losers, daders of slachtoffers, of iets ertussenin. En we stellen ons een toekomst voor die beïnvloedt hoe we ons voelen.
Een ander verhaal, een ander leven
We schilderen, op basis van icoontjes die we zien, ons leven, inclusief verleden en toekomst. Mij helpt die notie om te relativeren: mijn leven is (ook maar) een zelfgecreëerd verhaal, over een werkelijkheid die ik niet eens kán kennen. Daarbij denk ik: áls het maar een verhaal is, dan mag ik er ook mee spelen. Waarom zou ik het niet anders opzetten en inkleuren, als ik zelf of anderen daar blijer of beter van worden?
Als ik mijn verhaal anders vertel, heb ik ook een ander leven. Wat een kans! What a time to be alive!
© 2024 Herman Heijermans